Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], Want geen [65]ijdel gezicht zal er meer wezen, noch [66]vleiende waarzegging, in het midden van het huis Israels. 65. Dat is, valse en leugenachtige voorzegging. Alzo Klaagl.2:14, onder hfdst.13 vs.6,7; Zach.10:2, ijdelheid voor valsheid. Zie Job 31:5. 66. Hebreeuws, gladde, of desgenen die glad is; te weten van mond, door vleiing en schoonspreken. Vergelijk Spreuk.5:3, en Spreuk.26:28, en de aantekening. Hij spreekt van de valse profeten, die de ware profeten tegenspraken en het volk met zoete en aangename voorzeggingen in hun ongeloof en kwaad leven voedden. Anders, slibberige; dat is twijfelachtige.